Een nieuw VN-rapport suggereert dat CO₂-beprijzing kan dienen als een krachtig middel voor duurzame groei in kleine eilandstaten in ontwikkeling (SIDS), mits het beleid wordt aangepast aan hun specifieke economische omstandigheden en wordt geïntegreerd in bredere nationale strategieën voor weerbaarheid en CO₂-arme ontwikkeling.
Satellietbeeld van bovenaf van kleine eilandstaten in het Caribisch gebied. Afbeelding gegenereerd door AI.
Volgens het rapport moet CO₂-beprijzing niet worden beschouwd als een doel op zich, maar als onderdeel van een omvattend beleidskader dat ‘weerbaarheid ondersteunt, koolstofarme ontwikkeling bevordert en de klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen van SIDS vooruithelpt’.
De bevindingen komen voort uit de Regional Dialogue on Carbon Pricing (REDiCAP) voor SIDS, onderdeel van het initiatief Collaborative Instruments for Ambitious Climate Action, dat in 2016 werd gelanceerd tijdens COP22. Dit initiatief helpt landen bij het ontwerpen van CO₂-beprijzingsmechanismen om hun klimaatdoelstellingen onder het Akkoord van Parijs te behalen via nationale bijdragen (Nationally Determined Contributions).
Het rapport benadrukt dat doeltreffende CO₂-beprijzing internationale samenwerking, technische expertise en sterke nationale instellingen vereist. Capaciteitsopbouw wordt omschreven als zowel ‘een vereiste als een nevenvoordeel van deelname aan CO₂-beprijzing’, waarbij wordt opgemerkt dat veel SIDS nog altijd betrouwbare broeikasgasinventarissen en robuuste systemen voor monitoring, rapportage en verificatie missen.
Lees meer: A new UK report proposes mandatory carbon removal credits for airlines
‘Het dichten van deze lacunes vereist langdurige en praktische vormen van capaciteitsopbouw, in plaats van kortstondige interventies, met een sterke nadruk op nationaal eigenaarschap en continuïteit’, aldus het rapport.
De studie belicht ook het potentieel van artikel 6 van het Akkoord van Parijs, dat landen in staat stelt samen te werken aan emissiereducties via internationale CO₂-markten. Voor SIDS kan dit mechanisme fungeren als ‘een katalysator voor versterking van de binnenlandse capaciteit’, terwijl het nieuwe inkomstenkansen creëert. Het rapport waarschuwt echter dat dergelijke samenwerking ‘milieu-integriteit, eerlijke batenverdeling en afstemming op nationale klimaat- en ontwikkelingsprioriteiten’ moet waarborgen.
Tot slot pleit het rapport voor sterkere regionale samenwerking. Kennisuitwisseling en coalitievorming tussen SIDS zouden kunnen bijdragen aan lagere kosten en hun gezamenlijke invloed in mondiale milieubesprekingen kunnen vergroten.
Lees meer: Balancing portfolios: Nature-based vs renewable carbon credits
Terwijl kleine eilandstaten CO₂-beprijzing verkennen als een pad naar weerbaarheid en duurzame groei, beweegt de wereld richting sterker richting verantwoordelijk milieubeleid. De boodschap is duidelijk: elke natie, sector en onderneming moet bijdragen aan de opbouw van een CO₂-arme economie die zowel mens als natuur beschermt. Bij Green Earth zetten wij deze visie om in actie via verifieerbare, natuurgerichte CO₂-projecten die ecosystemen herstellen en meetbare impact genereren. Door te investeren in hoogwaardige CO₂-certificaten kunnen bedrijven zich aansluiten bij deze wereldwijde ontwikkeling, en een betekenisvolle stap zetten naar een schonere, veerkrachtigere toekomst.
