Luchtvaartmaatschappijen kunnen tijdens de eerste fase van het compensatieprogramma voor emissies in de luchtvaartsector geconfronteerd worden met een behoefte aan wel 150 miljoen ton aan CO₂-certificaten, aldus de International Civil Aviation Organization (ICAO). Het programma, bekend als CORSIA (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation), gaat tussen 2024 en 2026 zijn eerste officiële nalevingsfase in.
Een uitgestrekt groen bos reikt tot aan de horizon onder een heldere blauwe lucht, met in de verte een vliegtuig dat overvliegt. Afbeelding gegenereerd door AI.
In een rapport dat op 20 maart werd gepubliceerd, stelt ICAO dat de vraag naar CO₂-certificaten die voor CORSIA in aanmerking komen waarschijnlijk groter zal zijn dan het gebruik van Sustainable Aviation Fuels (SAF) en CORSIA Eligible Fuels (CEF). Door de beperkte beschikbaarheid en de hoge kosten van SAF/CEF in vergelijking met compensaties, vormen CO₂-certificaten voor luchtvaartmaatschappijen de meest toegankelijke nalevingsoptie.
‘De vraag vanuit CORSIA [...] zal waarschijnlijk de beschikbaarheid van SAF/CEF overstijgen, waardoor het een markt met beperkte toevoer wordt,’ aldus het Committee on Aviation Environmental Protection van ICAO in het rapport. De organisatie voegt daaraan toe dat ‘het gebruik/de toewijzing van beperkte emissiereducties uit SAF/CEF [...] waarschijnlijk wordt bepaald door de kosten van alternatieven, zoals emissie-certificaten onder CORSIA en emissierechten binnen het EU ETS.’
De financiële impact is aanzienlijk. ICAO schat de kosten van SAF op 600–800 dollar per ton CO₂-equivalent (tCO₂e), terwijl CORSIA-geldige CO₂-certificaten momenteel voor 5,70 tot 17,20 dollar per tCO₂e verhandeld worden’. Dit kostenverschil kan leiden tot een breed scala aan nalevingskosten—van 1,3 miljard dollar wanneer uitsluitend certificaten worden gebruikt, tot 8,4 miljard dollar als SAF en CEF worden meegenomen.
Lees meer: Waarom CO₂-certificaten een slimmere investering zijn dan Bitcoin
‘Deze kosten kunnen tussen de 2% en 13% van de nettowinst van luchtvaartmaatschappijen vertegenwoordigen in de periode 2024 tot 2026 [geschat op 64 miljard dollar]’, aldus het rapport.
Met het oog op 2035 heeft ICAO verschillende scenario’s voor de vraag uiteengezet. In een scenario met hoge compensatievraag – waarbij het luchtverkeer sterk blijft groeien en brandstofdecarbonisatie beperkt blijft – zou de behoefte aan compensaties kunnen oplopen tot maar liefst 1,5 miljard ton CO₂-equivalent (tCO₂e). Daarbij is aangenomen dat luchtvaartmaatschappijen 85% van hun uitstoot uit 2022 moeten compenseren.
Ondanks de toenemende behoefte aan compensaties waarschuwt ICAO dat ‘de markt voor CORSIA-geldige certificaten zich nog in een beginstadium bevindt.’ Op dit moment komen alleen soevereine REDD+-certificaten uit Guyana, geverifieerd onder de Architecture for REDD+ Transactions (ART)-standaard, in aanmerking voor gebruik onder CORSIA. Marktdeelnemers hopen dat certificaten met garanties van de Wereldbank of met Letters of Authorisation van gastlanden het aanbod kunnen vergroten.
Lees meer: ICR herziet standaarden in lijn met CORSIA
Nu luchtvaartmaatschappijen onder toenemende druk staan om hun uitstoot via programma’s zoals CORSIA te compenseren, komt de nadruk steeds sterker te liggen op hoogwaardige, verifieerbare CO₂-certificaten. De vraag dreigt het aanbod te overstijgen, zeker als het gaat om CO₂-certificaten uit natuurprojecten, en de markt bereikt daarmee een cruciale fase. Investeren in CO₂-certificaten via DGB Group is meer dan een financiële beslissing: het is een keuze voor een duurzame en doelgerichte toekomst. Onze natuurprojecten leveren premium CO₂-certificaten op – precies het type waar internationale spelers nu actief naar op zoek zijn. De luchtvaartsector staat aan de vooravond van een forse toename in compensatiebehoefte, en daarom is dit hét moment om te ontdekken hoe u kunt inspelen op deze steeds snellere ontwikkeling.
