Het Science Based Targets initiative (SBTi) heeft een conceptversie gepubliceerd van de herziene Corporate Net-Zero Standard, wat een cruciaal moment markeert voor de klimaatstrategie van bedrijven en de sector voor CO₂-verwijdering. De conceptversie, Corporate Net-Zero Standard Version 2, werd op 18 maart gepubliceerd en ligt tot 1 juni ter inzage voor openbare consultatie.
Kantooromgeving omringd door groen, met medewerkers in overleg. Afbeelding gegenereerd door AI.
Het vernieuwde framework is bedoeld om bedrijven beter te helpen aansluiten op het 1,5°C-scenario. Het biedt meer duidelijkheid over restemissies, emissiescopes en de rol van CO₂-verwijdering (CDR). De grootste verandering? Voor het eerst worden bedrijven – binnen binnen vastgestelde kaders en drempelwaarden – officieel uitgenodigd om CDR op te nemen in hun klimaatneutraliteitsdoelstellingen.
Ben Rubin, Executive Director van de Carbon Business Council, benadrukte deze ontwikkeling: ‘Deze aanpak bouwt voort op het neutralisatieconcept dat in Versie 1.0 van de SBTi Corporate Net-Zero Standard werd geïntroduceerd... Deze doelstellingen zorgen ervoor dat het volume aan CO₂-verwijdering in de loop der tijd toeneemt, in lijn met het streven om in het doeljaar voor klimaatneutraliteit 100% van de restemissies met een gelijkwaardig niveau aan verwijdering te compenseren.’
Het conceptvoorstel beschrijft drie opties voor bedrijven om CO₂-verwijdering (CDR) te integreren, verdeeld over twee benaderingen: doelstellingen voor CO₂-verwijdering en het aanpakken van restemissies via extra reductie of verwijdering. Optie 1 en 2 – die uitgaan van aparte doelstellingen voor CO₂-verwijdering – bouwen voort op ‘het neutralisatieconcept dat werd in Versie 1.0 van de SBTi Corporate Net-Zero Standard werd geïntroduceerd’. Onder optie 1 ‘zijn bedrijven, naast reductiedoelstellingen, verplicht om zowel korte- als langetermijndoelstellingen voor CO₂-verwijdering vast te stellen, om verwachte restemissies in het klimaatneutraliteitsdoeljaar aan te pakken’. Onder optie krijgen bedrijven erkenning ‘voor het vaststellen van korte- en langetermijndoelstellingen voor CO₂-verwijdering, naast reductiedoelstellingen, om verwachte restemissies in het klimaatneutraliteitsdoeljaar aan te pakken’.
De tweede benadering richt zich op het aanpakken van restemissies via extra reductie of verwijdering. Dit betekent dat bedrijven, in plaats van een verplichte extra verwijderingsdoelstelling, meer flexibiliteit krijgen om hun verwachte restemissies aan te pakken.
Het voorstel werd echter niet zonder kritiek ontvangen. Zo merkte CDR- en milieubeleidsexpert Robert Höglundop: ‘Het zojuist gepubliceerde concept van de SBTi Net Zero Standard zal waarschijnlijk niet zorgen voor een significante toename in de vraag naar CDR... Een verplichting die alleen geldt voor Scope 1-emissies betekent dat weinig bedrijven daadwerkelijk CDR zullen inkopen, waardoor het behalen van klimaatneutraliteitsdoelstellingen onder druk komt te staan.’
Lees meer: Nieuwe CO₂-belasting Zuid-Afrika boost lokale compensatie
De zorg van Höglund weerspiegelt een bredere discussie over de scope-specifieke aanpak in het conceptvoorstel. De voorgestelde standaard stelt directe verplichtingen voor Scope 1-emissies (emissies uit de eigen bedrijfsactiviteiten) maar laat Scope 3-emissies, die vaak het grootste deel van de CO₂-voetafdruk van een bedrijf vormen, minder strak gedefinieerd. In plaats van vaste reductie-eisen stimuleert het voorstel bedrijven om doelen te stellen op het gebied van inkoop of omzetafstemming in emissie-intensieve sectoren. Hiermee krijgen bedrijven meer speelruimte op gebieden waar zij minder directe invloed hebben.
Voor Scope 2-emissies stelt de SBTi wél een duidelijke deadline: bedrijven moeten uiterlijk in 2040 volledig overgestapt zijn naar CO₂-arme elektriciteit.
Om wereldwijde milieu-initiatieven te ondersteunen, introduceert het conceptvoorstel ook specifieke vereisten voor mkb-bedrijven en ondernemingen in opkomende markten. Hiermee wordt de naleving vereenvoudigd, zonder dat de ambities worden verlaagd. Een belangrijke toevoeging is de nadruk op het monitoren en rapporteren van voortgang, wat transparantie vergroot en koplopers op het gebied van duurzaamheid zichtbaar maakt.
Margaret Kim, CEO van Gold Standard, verwelkomde de update: ‘Wij juichen de focus van SBTi op blijvende emissiereductie en mitigatie buiten de eigen waardeketen toe... Gold Standard blijft zich inzetten om ambitie om te zetten in actie, via marktmechanismen die aantoonbare impact leveren voor zowel mens als natuur.’
Het SBTi heeft bevestigd dat bedrijven die nu met de huidige standaard (V1.2) werken een gestructureerd overgangstraject krijgen zodra het nieuwe framework definitief is vastgesteld.
Nu de consultatie is gestart, kijkt de sector aandachtig toe. Het opschalen van CO₂-verwijdering hangt straks niet alleen af van wat er in de standaard staat, maar vooral van hoe ver bedrijven bereid zijn te gaan.
Lees meer: Toekomstbestendig investeren met CO₂-financiering
Nu wereldwijde standaarden zoals SBTi zich ontwikkelen om CO₂-verwijdering formeel te integreren en transparantie in milieustrategieën te vergroten, verschuift de aandacht naar tastbare, impactvolle oplossingen. Bij DGB Group lopen we voorop met grootschalige natuurprojecten die zorgen voor blijvende, verifieerbare CO₂-verwijdering: precies het type resultaat waar toekomstgerichte frameworks nu om vragen. Voor bedrijven die zich voorbereiden op strengere klimaatneutraliteitsstandaarden bieden onze premium CO₂-certificaten een krachtige manier om restemissies aan te pakken én tegelijkertijd natuurherstel en lokale gemeenschappen te ondersteunen.
Vooroplopen in duurzaamheid? Ontdek hoe onze oplossingen u helpen om vandaag al aan de natuurstandaarden van morgen te voldoen.
